Elke zondag ochtend worden we gewekt door de vrolijke muziek die vanuit de kerk naar het ziekenhuis en de huizen van het personeel galmt. Bij de deur worden we hartelijk welkom geheten door de verloskundige. De man die altijd het vuilnis ophaalt zingt in het koor. We houden wel een beetje afstand van de patiënten die een mondkapje dragen, maar één ding is duidelijk: iedereen is gelijk in het huis van God.
Tijdens de dienst is er altijd een moment waarop de gasten welkom worden geheten. Veel gasten zijn patiënten uit het ziekenhuis, mensen die in andere situaties vaak veracht of buitengesloten worden. TBC patiënten met hun mondkapje voor, een albino vrouw, HIV-patiënten en blinden. Ze mogen gaan staan en de eerste drie banken zijn voor hen gereserveerd. Na de dienst komt de pastor nog altijd persoonlijk kennismaken. Hier worden ze niet buitengesloten, in tegendeel, ze zitten naast de oudsten en tussen het koor.
Aan het eind van de dienst wordt een van de diakenen naar voren gevraagd. Hij kijkt naar de grond. “Toen ik mijn plannen met mensen besprak raadde iedereen mij af om deze stap te zetten” begint hij zijn verhaal. “Sorry dat ik niet naar jullie geluisterd heb, ik heb fouten gemaakt, ik heb niet de weg van God gevolgd” De diaken is ook verpleegkundige in het ziekenhuis. Hij was voor een hoger salaris in een ander ziekenhuis gaan werken, maar hij had geen rust en komt nu terug. Het dienen van de mensen hier in Bongolo is niet de meest aantrekkelijke taak, maar wel de beste plek waar hij God kan dienen. De gemeente beantwoordt zijn vraag om vergeving met een krachtig “amen!” Hij wordt weer opgenomen in de gemeenschap, zijn fouten zijn vergeven.
Lopen naar de kerk in Bongolo