“Mijn vrouw en kinderen konden niet meer droog slapen” vertelt Boubacar, een van de bewakers van de kliniek. Hij woont in Grand Yoff, een wijk die met de hevige regenval vorige week volledig onder water stond. De kliniek is wat hoger gelegen, gelukkig kon hij zijn familie voor de nacht daar in veiligheid brengen. Tot over hun middel waadden mensen zich door de straten. Het stinkt bovendien verschrikkelijk, want rioolwater heeft zich met het regenwater gemengd. Dit vervuilde, stilstaande water is broedplaats van larven, eitjes en wormen. Ik adviseer Boubacar en zijn familie dichte schoenen te dragen zolang er nog plassen liggen. Gelukkig kan ik hem een kleine financiële bijdrage geven dankzij een speciale gift uit Nederland. “God helpt ons in de kleine dingen” zegt Boubacar.
Zo’n gesprek met Boubacar plaats onze eigen overlast van de overstroming weer in een ander kader. Midden in de nacht was mijn vader wakker geworden van de regen. Op het binnenplaatsje zag hij het water hoger en hoger komen. Het was duidelijk dat de afvoer de stortvloed niet aankon, en het leek erop dat het ook het huis in zou komen. Uit voorzorg haalde hij daarom het tapijt en alle andere spullen van de vloer. De volgende ochtend bleek dat dit niet voor niets was geweest. Over de hele benedenverdieping lagen plassen water en een stinkende drek vulde de vloeren. Gelukkig was de schade beperkt, en was het huis 6 uur boenen later weer schoon!
Hoe oneerlijk het ook voelt, we zijn blij dat we een huis hebben in een beter gelegen wijk. Als we inderdaad een huis hadden gevonden bij de kliniek – wat het oorspronkelijke idee was – dan had het water nu ook tot onze brievenbus gestaan. Nu worden we gelukkig niet opgeslokt door onze eigen problemen, maar houden we tijd en energie over om de mensen die het moeilijk hebben bij te staan.